Nieuws over hersenletsel

Terug

'Een beroerte, daar moet je snel bij zijn' weet Merel Boers van Nico Lab

In De Vonk, fd.nl,  vertelt wekelijks iemand over een beslissend moment in zijn of haar loopbaan. Deze week: Merel Boers (30) van Nico.lab die met hulp van een algoritme meteen weet aan wat voor type bloedprop een patiënt lijdt.

Merel Boers dacht dat ze was voorbestemd om wetenschapper te worden. Tot ze tijdens haar promotie-onderzoek ontdekte dat ziekenhuizen veel te traag reageren op beroertes bij patiënten. Nu heeft ze een eigen bedrijf, Nico.lab, dat met algoritmes snel hersenscans kan analyseren.

Nee, Merel Boers (30) komt niet uit een artsenfamilie. Toch heeft de geneeskunde altijd haar interesse gehad. 'Ik hou van puzzelen. Er is zoveel over het menselijk lichaam dat we nog niet weten.' Ze besluit technische geneeskunde te studeren aan de Universiteit Twente en krijgt daarna een promotieplek aangeboden in het AMC, tegenwoordig onderdeel van Amsterdam UMC. Daar loopt een grootschalig medisch onderzoek over de aanpak van beroertes. Ze valt er van de ene verbazing in de andere. Het stellen van de diagnose en het starten van de juiste behandeling blijkt een achterhaald, tijdrovend proces.

Wie getroffen wordt door een bloedprop in de hersenen, komt waarschijnlijk eerst terecht in het dichtstbijzijnde lokale ziekenhuis, waar een CT-scan wordt gemaakt. De behandeling vaststellen op basis van de scan is complex, dus worden de beelden vaak doorgestuurd naar artsen in een meer gespecialiseerd of academisch ziekenhuis. Het komt nog steeds voor dat de grote bestanden op een cd-rom worden gebrand en per taxi naar het ziekenhuis gestuurd. Boers: 'Door de achterhaalde logistiek zijn we te laat met diagnose en behandelen, terwijl er voor de patiënt misschien nog veel gedaan kan worden.' Zo'n 43.000 mensen in Nederland krijgen jaarlijks een beroerte, waarbij een deel van die hersenen te weinig zuurstof krijgt en kan afsterven.

n het Amsterdam UMC werkt Boers met een aantal hoogleraren en promovendi aan algoritmes die de CT-scans beoordelen, in plaats van een arts. In 2015 neemt Boers een groot besluit: ze richt, met drie andere onderzoekers, de spin-off Nico.lab op om die technologie te gaan vermarkten. De commerciële kant op, die stap zetten niet veel wetenschappers. 'Soms benaderen onderzoekers mij wat wantrouwend. Alsof ik aan de andere kant sta en een ander belang heb. Maar we hebben hetzelfde doel. Ik kan met mijn medische kennis nu meer voor patiënten betekenen dan toen ik nog onderzoeker was.'

Twaalf ziekenhuizen in Noord-Holland en Flevoland gebruiken geen cd-roms meer, maar de software van Nico.lab. De CT-scans worden naar de cloud gestuurd, waar het algoritme de beelden 'bekijkt' en verschillende types bloedproppen leert herkennen. Artsen kunnen op afstand op hun mobieltje of laptop de beelden bekijken. 'We kunnen meer uit de data halen dan een arts die niet elke dag iemand met een herseninfarct voor zich heeft', zegt Boers. 'Soms is de bloedprop zo hard als een kurk, soms heel poreus. Onder andere informatie over type en de locatie van de bloedprop bepaalt wat voor behandeling het beste is.' Zo'n 3500 Nederlandse patiënten zijn door de software gescreend.

De start-up wil dit jaar zo'n €10 miljoen ophalen om zich te gaan richten op markten in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De medische software zit in de laatste fase van goedkeuring door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA). Het team van zeventien man, dat nu vooral bestaat uit ontwikkelaars, moet de komende jaren flink uitgebreid worden met mensen met ervaring in sales & marketing in de ziekenhuiswereld.

Het uitbreiden van het bedrijf betekent dat Boers meer om de tafel zit met ziekenhuisdirecteuren en investeerders dan met patiënten. Rouwig is ze daar niet om. 'Ik hou ervan problemen op te lossen. Het klinkt misschien raar voor iemand die in de medische wereld werkt, maar voor patiënten heb ik te weinig geduld.'

Lees hier het hele artikel (gratis registratie) van Hella Hueck.

 

'Een beroerte, daar moet je snel bij zijn' weet Merel Boers van Nico Lab