Nieuws over hersenletsel

Terug

Herseninfarct en hersenbloeding. Wat is het verschil.

Herseninfarct en hersenbloeding.

Wat is het verschil, in de acute fase en daarna? Het CVA is een veel voorkomende oorzaak van niet-aangeboren hersenletsel. CVA is de verzamelnaam voor herseninfarct en hersenbloeding.

Medisch zijn er duidelijke verschillen tussen beide. Hoe zit het precies met die verschillen? En zijn er ook verschillen in de eventuele restverschijnselen?

 

 



Herseninfarct en hersenbloeding. Wat is het verschil, in de acute fase en daarna?

Het CVA is een veel voorkomende oorzaak van niet-aangeboren hersenletsel. CVA is de verzamelnaam voor herseninfarct en hersenbloeding.

Medisch zijn er duidelijke verschillen tussen beide. Hoe zit het precies met die verschillen?
En zijn er ook verschillen in de eventuele restverschijnselen?


Er is nog wel eens spraakverwarring over de begrippen rond CVA. De afkorting CVA staat voor cerebrovasculair accident. Het is een acute verstoring van de doorbloeding van de hersenen.
Een andere naam voor CVA is beroerte. CVA, en dus ook beroerte, is de verzamelnaam voor herseninfarct en hersenbloeding. In ongeveer 80 procent van de CVA’s is sprake van een infarct, in de overige 20 procent van een bloeding. Bij een infarct is er sprake van een propje in een bloedvat, dat de doorbloeding belemmert. Bij een bloeding gaat het om een gescheurd bloedvat, waar bloed uit stroomt.
Zowel bij een infarct als een bloeding krijgen de hersenen op een bepaalde plek geen zuurstof en voeding, met schade als gevolg. Een hersenbloeding kan daarnaast ook nog schade veroorzaken door bloed dat zich ophoopt en daardoor druk op de hersenen uitoefent.


Herseninfarct
We praten over het CVA met Martin Reijntjes. Hij werkt op de CVA nazorgpoli van het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem en doet voor zorgorganisatie Sensire de huisbezoeken bij mensen die een CVA of TIA hebben gehad.
“Als mensen de acute verschijnselen hebben van een CVA, is eerst nog onbekend of het om een infarct of bloeding gaat. Er wordt dan met spoed een CT-scan gemaakt. Is het een bloeding, dan is dat op de scan altijd te zien. Een
infarct is doorgaans niet te zien. Ziet men geen bloeding, dan gaat men er vanuit dat het om een infarct gaat”, legt Martin uit.
Infarct en bloeding vragen ieder een compleet andere behandeling. “Stel het is een infarct en de behandeling kan binnen 4,5 uur na de eerste verschijnselen worden gestart. Dan worden via
een infuus bloedverdunners toegediend, die het propje moeten oplossen. Dit heet intraveneuze trombolyse. Zit het tussen 4,5 en zes uur, dan kan nog voor intra-arteriële trombolyse worden
gekozen. Dit is een vrij nieuwe methode, die alleen in gespecialiseerde ziekenhuizen wordt gedaan. Via de lies wordt dan een dunne katheter ingebracht tot in het hoofd. Daar wordt ter
plekke de bloedverdunner ingespoten en/of het propje ‘weggehapt’.”
Na die kritieke 4,5 en zes uur zijn de risico’s van bovenstaande behandelingen te groot. Ook dan worden bloedverdunners gegeven, maar in een tabletvorm, die iemand zijn of haar leven lang
moet blijven nemen. “Hoe eerder je erbij bent bij een infarct, hoe groter de kans dat je blijvende schade voorkomt”, aldus Martin.

 

Hersenbloeding
De hersenbloeding is een ander verhaal. “Die is moeilijker behandelbaar en soms zelfs helemaal niet, als de bloeding te diep in de hersenen zit of te groot is. Stel iemand met een hersenbloeding
slikte al bloedverdunners en het bloed is te dun geworden, dan kan men stollingsmiddelen geven om het bloed dikker te maken en te laten stollen. Maar te veel geeft weer risico op een
infarct. Dat is dus erg kritisch.”
In een aantal gevallen kan er bij een hersenbloeding operatief worden ingegrepen. Dat is doorgaans het geval als de bloeding aan de oppervlakte
van de hersenen zit. Zit de bloeding dieper in de hersenen, dan is opereren meestal onmogelijk. Een bijkomend schadelijk effect van een hersenbloeding kan ontstaan door bloedophoping
in de hersenen, waardoor druk op de hersenen ontstaat. Dit bloed moet dan via een operatieve ingreep worden afgevoerd.
“Een herseninfarct ontstaat doorgaans vanuit het lichaam zelf: een propje dat een bloedvat verstopt. Een hersenbloeding kan ook vanuit het lichaam ontstaan, bijvoorbeeld door een zwakke
plek in een bloedvat (aneurysma) of door een tumor. Een hersenbloeding kan ook door een oorzaak van buitenaf komen, zoals een harde klap op het hoofd. Dat is dan ook een CVA”,
aldus Martin.


Restverschijnselen

Stel iemand heeft blijvende restverschijnselen van een CVA. Zijn er dan verschillen tussen een herseninfarct en een hersenbloeding? “Mensen die er bij een CVA snel bij zijn, hebben meer
kans op herstel tijdens de acute fase. Dat zou je als een verschil kunnen beschouwen”, antwoordt Martin. “Maar in de chronische fase is er
geen verschil als het gaat om restverschijnselen.
De meest voorkomende klacht bij mensen met een CVA is vermoeidheid, gevolgd door gevoeligheid voor prikkels. Daarin zie ik geen verschil tussen mensen die een infarct of een bloeding
hebben gehad.”


Een duidelijke uitleg over CVA en andere oorzaken van hersenletsel vindt u op: www.hersenletsel-uitleg.nl.

Met dank aan Zozijn Op Pad voor het mogen plaatsen van dit verhaal. 

Herseninfarct en hersenbloeding.  Wat is het verschil.