Nieuws over hersenletsel

Terug

Hulp vragen (aan de politiek)

Vier op de vijf mantelzorgers vinden het moeilijk om hulp te vragen.

Dit is de uitkomst van een onderzoek uitgevoerd door PGGM&CO.

Aan dit onderzoek heb ik meegedaan. Ik kan bevestigen, dat ik als mantelzorger het moeilijk vind om hulp te vragen.

Misschien klinkt het wel raar, ik schaam mij daar zelfs een beetje voor. Nee ik schaam mij niet om toe te geven, dat ik soms verlang naar een helpende hand.

Mijn schaamte is meer, dat ik dat lastig vind om specifieke hulp te vragen en dat ik dan mogelijk klink als een ‘verwend nest’.

 

 

Toen het infarct van mijn man had plaats gevonden kwam ik in een soort van overlevingsstand. Het was niet de eerste keer in mijn leven, dat ik in een heftig vaarwater terecht kwam.

 

 

Zoals ik mezelf ken ben ik dan iemand die ogenschijnlijk rustig is en blijft. Ik bedenk wat er geregeld moet worden en ga dat doen. Het delen van verdriet, als dat al mogelijk is vind ik lastiger.

 

Hoe kan je als mantelzorger gezond blijven wanneer je steeds als gezonde partner aangemerkt wordt?

Er moest heel veel geregeld worden. Aan de ene kant was dat fijn, het gaf mij het idee dat ik invloed op de situatie had.

Aan de andere kant was dat regelen een soort van rijstebrijberg er was niet tegen op te eten…

In het revalidatiecentrum waren allerlei verschillende hulpverleners hun best aan het doen om mijn man op de been te krijgen.

Fysio, ergo en bezigheidstherapie. Psychologische onderzoeken. Psychologische ondersteuning en hulp van maatschappelijke werk werden ook aangeboden aan de naasten van de persoon met letsel.

Ik klink vast ondankbaar, wanneer ik zeg dat die twee laatste vormen van hulp mij weinig hielpen.

Het klinkt misschien zelfs arrogant, maar door mijn eigen levenservaringen en ook door mijn achtergrond als professional in hulpverlenersland konden zij mij weinig leren.

 

De grootste uitdaging was toen voor mij om door al die tegenstrijdige emoties te laveren. Naast dat ik blij was, dat mijn man nog in leven was, dacht ik oprecht, dat ik deze situatie wel kon hanteren.

In de tijd  nadat bleek dat manlief volledig voor zijn werk werd afgekeurd, niet meer kon wonen in een appartementencomplex omdat hij een zeer ernstige vorm van een prikkel verwerking stoornis had overgehouden aan zijn infarct, heb ik veel pittige gesprekken gevoerd.

Ik vroeg hulp aan de bankmedewerker omdat we door het wegvallen van groot deel van een inkomen andere stappen moesten zetten.

Ik vroeg hulp aan de woningbouwstichting om een uitzondering te maken op regels die golden voor sociale woninghuur.

Ik vroeg hulp aan mijn werkgever en collega’s om mijn werk anders in te mogen delen. Ik vroeg hulp aan de familie van mijn man om te helpen bij een noodgedwongen verhuizing. Ik vroeg hulp aan vrienden en bekenden.

Zo zijn we nu al bijna acht jaar verder. Sinds de laatste jaren vraag ik de mantelzorgwaardering aan. De gemeente Apeldoorn geeft honderd euro aan de erkende mantelzorger.

Een leuk extraatje en ik vind dat oprecht fijn. Alleen en ik klink alweer misschien ondankbaar, dat is ongeveer 8 euro per maand.

Daar komt niemand ons huis voor poetsen of de tuin doen. Ik kan door dit bedrag misschien een kwartier in de maand minder  gaan werken.

Dat zet natuurlijk geen zoden aan de dijk in de zin van minder belast worden.

 

Mantelzorgers hulp bieden zou wat mij betreft een onderdeel van een politieke keuze moeten zijn. Hoe kan je als mantelzorger gezond blijven wanneer je steeds als gezonde partner aangemerkt wordt?

De term :’gezonde partner’ kreeg ik steeds te horen wanneer ik hulp vroeg voor het huishouden, vervoer en huurverlaging. De gezonde partner moet bijna fulltime werken om het gezamenlijke inkomen te genereren.

Daarnaast ondersteun je je naaste in alle activiteiten die hij zelf niet (meer) kan. Deze mentale zorg wordt vaak behoorlijk onderschat. Er zijn potjes voor trapliften, een rollator en noem de hulpmiddelen maar op.

Hartstikke belangrijk, daar zeg ik niets van. Ik zou graag hulp willen krijgen om de mentale ondersteuning aan mijn partner te kunnen blijven geven. Niet dat ik precies weet hoe dit vorm moet krijgen.

Nu lees ik de uitslag van het onderzoek van PGGM&CO waarin duidelijk wordt dat vier op de vijf mantelzorgers moeite hebben met hulp vragen.

Ik denk dat hier een (politieke) uitdaging ligt om de uitkomst van het onderzoek te vertalen in passende ondersteuning voor de individuele mantelzorger.

Hulp durf ik wel te vragen. Graag wil ik hulp op maat.

Hulp vragen (aan de politiek)