Een groot deel van het werk van de logopedist gaat over communicatie, over spraak- en taalstoornissen. Maar het vak is nog breder dan dat. Logopedie gaat ook over slik- en eetproblemen. Het vak heeft daarmee een sterke ontwikkeling gemaakt in de behandeling van de gevolgen van ernstige aandoeningen zoals een beroerte of de ziekte van Parkinson. Hanneke Kalf en Ellen Gerrits vertellen over de ontwikkelingen in hun vakgebied en het belang van kennisagenda’s.
Als je logopedie zegt, denken mensen vaak aan problemen met spraak en dan vooral aan stotteren’, vertelt Ellen Gerrits. Maar “Logopedie heeft een sterke ontwikkeling gemaakt in de behandeling van de gevolgen van ernstige aandoeningen” vult Hanneke Kalf aan.
“Problemen met spraak en taal kunnen ook op latere leeftijd ontstaan” vervolgt Kalf. “Mensen met de ziekte van Parkinson bijvoorbeeld gaan zachter praten. En van de mensen die een beroerte hebben gehad, heeft 1 op de 3 afasie, waardoor zij moeite hebben met spreken. Bij deze mensen is voor buitenstaanders vaak duidelijk hoe ingrijpend het is als je spraak verandert.”.
Logopedisten zijn ook betrokken bij problemen met eten en drinken. “Met je mond praat je niet alleen, je eet er ook mee” aldus Kalf. “Patiënten met slikproblemen zien we vaak in ziekenhuizen en verpleeghuizen. Het gaat bijvoorbeeld om mensen met een beroerte of mensen die tijd aan de beademing hebben gelegen. We overleven ernstige aandoeningen steeds beter, maar de gevolgen zijn ook steeds ernstiger. Logopedie heeft een sterkte ontwikkeling gemaakt in de behandeling van deze problemen.”.
“Waar we het voor doen is dat mensen een deel van hun leven terugkrijgen” zegt Kalf. “Dat een kind met vriendjes kan spelen, iemand met de ziekte van Parkinson weer naar de biljartclub gaat of dat iemand met een spierziekte weer uit eten durft, omdat hij niet bang is zich steeds te verslikken. Je betekent echt iets voor mensen. Dat maakt dat logopedisten trots zijn op hun vak.”