Meer mensen na hersentumor in revalidatietraject. Henrike Veenis (36) wordt acht weken na de geboorte van haar zoontje Tobias geopereerd aan een hersentumor. Sindsdien ondervindt ze dagelijks de gevolgen van hersenletsel. “Dankzij mijn revalidatiebehandeling ben ik niet vastgelopen.”. “Mijn leven van vroeger lijkt ver weg. Fulltime werken als basisschooldocent, actief in allerlei commissies, fanatiek volleyballen en veel sociale contacten. Ik was altijd druk. Tegenwoordig plan ik mijn dagelijkse activiteiten, zodat ik tussendoor voldoende mentale time-outs heb en ’s middags kan rusten.”. In september 2017 krijgt Henrike een epileptische aanval. Ze is op dat moment tien weken zwanger van haar eerste kind. De veroorzaker blijkt een glioom, een kwaadaardige hersentumor. Omdat de tumor niet snel groeit, besluiten de artsen de operatie uit te stellen tot na de geboorte van de baby. “Mijn wereld stond op zijn kop. Zwanger en een hersentumor, dat bedenk je niet. Het rare was dat ik me helemaal niet ziek voelde.” Op 18 maart bevalt Henrike van een gezonde zoon. Acht weken later wordt het grootste deel van de tumor verwijderd.
Henrike herstelt van de operatie maar de klachten blijven. “Ik liep op mijn tenen, was doodmoe en kon geen prikkels verdragen. Alles draaide om Tobias. Als hij sliep, sliep ik ook, veel meer lukte niet. Ik wilde weer gaan werken, maar had geen idee hoe ik dat moest aanpakken.” Vier maanden na haar operatie heeft Henrike een gesprek met revalidatiearts Vera Schepers, werkzaam in het hersencentrum van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Zij constateert dat de klachten het gevolg zijn van hersenletsel en verwijst Henrike door naar de ergotherapeut en maatschappelijk werker van het revalidatieteam van het ziekenhuis. Lees het hele artikel in het RevalidatieMagazine.