Hoe graag je het ook wil, het lukt niet. We zijn uitgenodigd voor een feestje van vrienden die meerdere mijlpalen hebben bereikt. Zij willen dat graag vieren. De plek waar het feest gegeven wordt lijkt goed. Het is in het stiltegebied waar op een landgoed een minicamping huist. Deze minicamping heeft een koestal die geschikt is gemaakt voor feesten.
We komen aangefietst en het is idyllische plek zonder meer. Helaas we zijn natuurlijk niet de enige gasten. Al zitten we buiten zijn er toch een stortvloed van prikkels wanneer de ongeveer 60 gasten op dezelfde vredige plek zijn. Deze prachtige plek verandert in een plaats waaruit je alleen maar wil vluchten. De druk van het geluid wat mensen met elkaar maken geeft paniek. Paniek bij mijn man die echt hoopte dat hij bij dit feest wat langer aanwezig kon zijn. Zelf voel ik mij verre van ontspannen. Natuurlijk ben ik teleurgesteld, want waarom lukt het niet om samen naar een feestje te gaan? Het is ook een gevoel van falen wat mij overvalt. Want waarom was ik zo naïef om te denken, dat het nu anders was dan anders?
Last hebben van een prikkelverwerkingsstoornis door NAH is geen feest.
Na een kleine wandeling over het terrein van het landgoed stappen wij weer op de fiets. Het is een heerlijk moment van de dag. De tempratuur is wat gedaald. Er zijn bijna geen andere mensen op het fietspad. Vogels zingen zachtjes. Het gouden zonlicht kiert door de boomtoppen.
Thuis eten we broodjes in plaats van de gerookte zalm die bij het feest op het menu stond. Of ik nu boos ben vraagt mijn man. Ik slik nee ik ben niet boos op hem. Hoe kan ik boos zijn op hem? Boos ben ik op de situatie en een beetje op mezelf. Omdat ik steeds nog hoop heb, dat het nu wel zal lukken om samen iets te ondernemen. En dat kunnen we, samen fietsen door het prachtige bos. Of een wandelingetje maken. Last hebben van een prikkelverwerkingsstoornis door NAH is geen feest. Als partner en mantelzorger maak ik het steeds van dichtbij mee hoeveel energie het kost om hier dragelijk mee om te gaan.
De dag na dit feest slaapt mijn man extra veel. Samen hebben we een kleine ronde (2.5 km) door het bos gemaakt. We zagen twee herten vlak na elkaar het zandpad oversteken. Een grote boom stond stevig op zijn plek. Samen genieten we hiervan.