Een nieuwe MRI-methode belooft hersenschuddingen en ander breinletsel te ontdekken voor ze levensbedreigend worden.
Onderzoekers aan het SIT, in samenwerking met de Aukland-universiteit en de Stanford-universiteit, hebben een MRI-methode ontwikkeld die breinbewegingen per hartslag kan vastleggen en vergroten.
Deze methode belooft moeilijk vindbaar hersenletsel aan te kunnen tonen nog vóór het levensbedreigend wordt. Het onderzoek verscheen in Magnetic Resonance in Medicine.
Bij elke hartslag beweegt je brein een piepklein beetje – zo’n 10 tot 150 micrometer.
Dat is, ter vergelijking, minder dan de breedte van een haar.
Omdat de bewegingen zo klein zijn, zijn ze met normale MRI-technieken moeilijk vast te leggen.
Laten het nou juist die bewegingen zijn die belangrijk zijn bij het opsporen van hersenletsel zoals hersenschuddingen.
Die bewegingen zeggen namelijk iets over de elasticiteit van de bloedvaten en de stijfheid van het weefsel.
Die veranderen bij veroudering én zijn afwijkend bij bepaalde hersenaandoeningen.
“Een methode die speciaal gericht is op het aantonen van dit soort kleine bewegingen is de ‘displacement encoding with stimulated echoes’ (DENSE)”, vertelt MRI-deskundige Jaco Zwanenburg (UMC).
“Hiermee is de hersenbeweging ten gevolge van de hartslag al eens driedimensionaal in kaart gebracht.”
Helaas is DENSE niet standaard beschikbaar op MRI-scanners, gaat Zwanenburg verder.
“De nieuwe methode kan worden toegepast op veel gewonere MRI-beelden. Hierdoor is het in principe gemakkelijker over te nemen door andere onderzoekers.”
Voor deze nieuwe methode, de zogeheten ‘phage-based amplified MRI’ verbond het team de timing van de hartslag van een gezond persoon met afbeeldingen van diens brein om zo een vloeiende beweging te krijgen.
Aan de hand van een slim algoritme, precies aangepast op de manier waarop vloeistoffen zoals bloed door het brein stromen, worden de hersenbewegingen als het ware vergroot tot op een veel meer zichtbare schaal.
In dit filmpje zie je de ‘normale’ (links) en vergrote breinbewegingen (rechts):
De resultaten van de eerste tests waren duidelijk.
Waar bij het gezonde proefpersoon niets geks te zien was, waren op de video-opnamen van de proefpersoon met een aangeboren hersenafwijking duidelijk twee plaatsen te zien waar de breinbewegingen abnormaal waren.
“Op dit moment ontbreekt een directe vergelijking tussen de resultaten van deze en de DENSE-methode, die je als gouden standaard zou kunnen beschouwen”, vertelt Zwanenburg.
Hij en promovendus Ayodeji Adams werken samen met de mensen achter deze studie aan een onderzoek waarin beide methoden worden vergeleken.
Bronnen: EurekAlert!, SIT
Beeld: SIT