Veel leraren vonden het bij de invoering in 2014 een nobel streven: zoveel mogelijk leerlingen naar het reguliere onderwijs, óók als ze niet aangeboren hersenletsel, autisme, adhd of een verstandelijke beperking hebben.
Maar vier jaar later bevalt het zogeheten passend onderwijs bepaald niet zo goed als gehoopt.
Lees hier het volledige artikel en hier het volledige onderzoek van DUO.
Bron: Trouw
MEE is daarom gestart met de pilot integrale aanpak passend onderwijs “Ik tel mee”.
Pilot Integrale aanpak passend onderwijs.
De ervaring leert dat sommige kinderen het ingewikkeld vinden om aangeleerde, sociale vaardigheden te generaliseren.
Hierdoor vinden ze het soms lastig om zich te handhaven in de groep. Met als gevolg dat ze gepest worden of buiten de groep vallen.
Ze hebben vaker conflicten en verliezen het plezier om naar school te gaan. Niet alleen het kind heeft hier last van, maar ook de klas, de docent en de ouders.
Samenwerking tussen betrokkenen cruciaal.
Haal het kind uit de oorspronkelijke context en het is prima in staat om, bv. binnen de veiligheid van een sociale vaardigheidsgroep, vooruitgang te boeken als het gaat om het generaliseren van aangeleerde vaardigheden.
Maar de uitdaging zit hem juist in het leren herkennen van vergelijkbare situaties daarbuiten, om daar vervolgens handelingsalternatieven toe te kunnen passen.
Daarbij is het van cruciaal belang dat de betrokkenen om het kind heen nauw met elkaar samenwerken en dezelfde taal spreken tegen het kind.
Ik tel mee.
In de integrale training ‘Ik tel mee’ hebben zowel het kind als de ouders, intern begeleider, leerkracht, klas, trainer van MEE en een door het kind gekozen supporter een rol.
Door middel van video-observatie of intakegesprekken, een aantal groepsbijeenkomsten en klassikale en individuele opdrachten worden alle betrokkenen meegenomen in het proces om het kind optimaal te ondersteunen bij het generaliseren van aangeleerde vaardigheden. Met een plan van aanpak onder de arm, kunnen het kind, de school en de ouders na de training duurzaam verder.
Deze integrale aanpak wil MEE toetsen in een pilot. Omdat de werkwijze uitgaat van de individuele behoefte(n) van één of meerdere kinderen in de klas, is de werkwijze ook van toepassing als er (nog) geen sprake is van een diagnose.