Bij het schrijven van de verschillende modules van deze richtlijn Neuropsychiatrische gevolgen na NAH bij volwassenen werd de werkgroep geconfronteerd met beperkte literatuur over de te beschrijven onderwerpen en in het verlengde daarvan ook met beperkte wetenschappelijke bewijslast voor de aanbevelingen. De uitgangsvraag gaat over algemeen geldende principes die bij de behandeling van patiënten met neuropsychiatrische gevolgen in acht dienen te worden genomen. Deze module is opgesteld omdat gedurende de ontwikkeling van de richtlijn bleek dat er zeer weinig evidence over de patiëntgroep van de richtlijn is gepubliceerd. Zodoende heeft de werkgroep deze module opgesteld om kaders te beschrijven waarbinnen de behandeling op een verantwoorde en veilige manier kan plaats vinden.
Het aantal gerandomiseerde studies (RCT’s) en systematische reviews of meta-analyses van goede kwaliteit is beperkt. Vanuit RCT’s is het niet altijd duidelijk of het aangetoonde gemiddelde effect in de onderzoekspopulatie ook opgaat voor de individuele patient in de spreekkamer, zeker gezien de heterogeniteit
van de populatie.
In de dagelijkse praktijk is er dus behoefte aan grote zorgvuldigheid in uitvoering en evaluatie van de interventies. Dit geldt in het algemeen maar voor deze richtlijn met beperkte bewijslast en de heterogene populatie in het bijzonder.
Bijvoorbeeld geldt bij de meeste in deze richtlijn aanbevolen medicamenteuze interventies dat het off-label gebruik betreft. Dit leidt tot dezelfde noodzaak tot zorgvuldige uitvoering en evaluatie. Onderdeel van de afweging of er naast de neurologische aandoening andere intercurrente somatische aandoeningen zijn. Bijvoorbeeld een urineweginfectie of obstipatie. Als dat het geval is kunnen deze aandoeningen eerst behandeld worden. Mogelijk is dit voldoende om het gedragsprobleem op te lossen. Meerdere interventies tegelijk doen betekent dat men niet weet waaraan veranderingen zijn toe te schrijven. Dit voorkomt ingrijpende interventies als lichtere interventies werkzaam kunnen zijn.
De overwegingen richten zich regelmatig op patienten die opgenomen zijn in een instelling. Het overgrote deel van patienten met NAH woont gewoon thuis en ook deze kunnen neuropsychiatrische problemen hebben, denk aan depressie, angst en verhoogde prikkelbaarheid. Ook deze groep heeft baat bij het volgen van de aanbevelingen van deze richtlijn.