Nieuws

Terug

Verder met hersenstimulatie?

Marij Middag is onderzoeker bij InteraktContour en vertelt met regelmaat in deze blog over haar bevindingen. De laatste weken heeft zij zich verdiept in een fascinerend onderwerp, namelijk niet-invasieve hersenstimulatie. Bij hersenstimulatie worden de hersenen met een magneet of met stroom van buitenaf gestimuleerd. Dat klinkt heel eng, maar dat is het gelukkig niet.

 

Marij Middag:

Marij Middag: "Biedt hersenstimulatie uitkomst voor mensen met NAH?"


Hersenstimulatie. Misschien heb je er wel eens van gehoord. Onderzoekers gebruiken deze techniek om nieuwe behandelingen voor neurologische aandoeningen te ontwikkelen. Voor sommige aandoeningen blijkt deze techniek al bewezen effectief. Ik ben benieuwd of hersenstimulatie ook uitkomst biedt voor mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH).

Hoe het brein werkt

De hersenen zijn een uiterst complex en belangrijk orgaan. Ze bestaan uit miljarden zenuwcellen en iedere cel staat in verbinding met een groot aantal andere zenuwcellen. Via de zenuwen ontvangen de hersenen signalen van de zintuigen. In een ogenblik verwerken de hersenen deze signalen en formuleren ze reacties, gebaseerd op reflexen en aangeleerde kennis. Zo sturen de hersenen het lichaam aan, slaan ze herinneringen op en zorgen ze ervoor dat je de wereld om je heen begrijpt. Ik vind het ongelofelijk ingenieus, die hersenpan van ons!

"Ik vind het ongelofelijk ingenieus, die hersenpan van ons"

Marij Middag

Hoe hersenstimulatie werkt

Hoe hersenstimulatie werkt


Onderzoekers gebruiken hersenstimulatie om die verbindingen tussen zenuwcellen te prikkelen en in ons voordeel aan te sturen. Bij een bepaalde vorm van hersenstimulatie plaatst de onderzoeker enkele elektroden op de schedel. Met elektromagnetische pulsen is de hersenactiviteit stil te leggen of te veranderen. Bijvoorbeeld door specifieke verbindingen te activeren of juist af te zwakken. Zo zijn hersenfuncties te beïnvloeden die nodig zijn voor waarnemen, denken en onthouden van kennis. Ook gedrag en emoties zijn te beïnvloeden. Het mooie van deze techniek is dat er geen operatie voor nodig is en er geen bijwerkingen ontstaan. Door dit onderzoek krijg je steeds meer inzicht in welke gebieden verantwoordelijk zijn voor welke functies.

Veel voorkomende problemen
Naar schatting ondervindt één op de drie mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH) problemen in de thuissituatie. Dit zijn mensen die ‘uitgerevalideerd’ zijn, maar ook mensen die geen revalidatie hebben gehad. Neuropsychologische en psychologische gevolgen komen soms pas een jaar na het letsel tot uiting. Als iemand het ‘gewone leven’ weer op wil pakken, maar dit anders verloopt dan verwacht. Veel voorkomende problemen bij mensen die een beroerte of traumatisch hersenletsel hebben gehad, zijn: vergeetachtigheid, slechte concentratie, vermoeidheid, mentale traagheid en moeite met lezen en schrijven. Na een TIA (een lichte vorm van beroerte) hebben mensen met name last van vermoeidheid en cognitieve klachten.

“Zolang je exact weet welk hersengebied ziek of beschadigd is, biedt breinstimulatie een potentiële uitkomst.”

Hoogleraar neuropsychologie Alexander Sack

Biedt stimulatie uitkomst?

De problemen die in de thuissituatie in de volle omvang merkbaar zijn, zijn uiteraard niet alléén het gevolg van de hersenbeschadiging zelf. Gedragsveranderingen; zoals het ontstaan van onzekerheid, angst en verwardheid kunnen logische reacties zijn op de beperkingen die iemands leven op de kop zetten. Ook kan de rol van de omgeving mede bepalend zijn voor het wel of niet ervaren van beperkingen. De aanwezigheid van een steile trap in huis of de afwezigheid van een behulpzame naaste kan het moeilijker maken om thuis te blijven wonen.

Hersenstimulatie kan helpen bij depressie
Toch is de rol van de hersenbeschadiging op het ontstaan van bepaalde problemen niet te ontkennen. Het is bijvoorbeeld bekend dat verwardheid kan worden veroorzaakt door beschadigingen van de hersenschors, en woedeaanvallen en apathie door beschadigingen van het limbisch systeem. Een ander voorbeeld is depressie. Depressies komen statistisch gezien vaker voor bij mensen na hersenbeschadiging dan bij mensen met andere ziekten of gebreken (bijvoorbeeld amputaties). Dit duidt erop dat er niet alleen sprake is van de verwerking van menselijk leed, maar dat er ook iets veranderd kan zijn in de hersenverbindingen die met emoties en stemming te maken hebben. Studies hebben dan ook aangetoond dat hersenstimulatie kan helpen bij de behandeling van depressie bij mensen bij wie antidepressiva niet aanslaan. Een andere recente studie heeft aangetoond dat hersenstimulatie het agressieniveau kan verlagen bij mensen zonder hersenletsel. Het moge duidelijk zijn dat er een relatie is tussen de aard en plaats van problemen die iemand ervaart en de verbindingen tussen de hersenzenuwcellen. Al is die relatie uiterst complex, zeker bij gedrag.

Hoogleraar neuropsychologie Alexander Sack

Ik kan mijn verhaal niet beter afsluiten dan met het volgende citaat van Alexander Sack, hoogleraar neuropsychologie: “Zolang je exact weet welk hersengebied ziek of beschadigd is, biedt breinstimulatie een potentiële uitkomst.” Wie weet welke aandoeningen in de toekomst nog meer te behandelen zijn door hersenstimulatie… Ik hoop dat ik daar mijn steentje aan bijdraag.

Verder lezen?

De Universiteit Maastricht zet hersenstimulatie in bij mensen met depressie en bij mensen die zicht- en spraakfuncties zijn verloren als gevolg van een beroerte. Recent is daar een kort artikel over geschreven.

Bronnen

  • Bij het schrijven van deze blog heeft de schrijver gebruik gemaakt van onderstaande bronnen:
  • Van Cranenburgh, B. (2016). Neuropsychologie: over de gevolgen van hersenbeschadiging. Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum
  • Sack, A. (2016, 9 september). Zonder operatie kunnen we hersenziektes genezen. NewScientist.
  • Van Heugten, C.H., & Zadoks, J. (2016, 31 maart). Niet-aangeboren hersenletsel. Markant.

Over Marij Middag

Over Marij Middag


Functie: Onderzoeker
Organisatie: InteraktContour
Achtergrond: Gezondheidswetenschappen, VU Amsterdam

Verder met hersenstimulatie?