Bij Zozijn verscheen een artikel waarin deskundige hersenletsel Hans van Dam vertelt over de wijze waarop dementie en NAH elkaar kunnen beïnvloeden én hoe we daarmee om kunnen gaan.
Dementie is een ingrijpende ziekte, die inmiddels één op vijf mensen treft. Hoe zit het met dementie in relatie met niet-aangeboren hersenletsel (NAH)? Heeft iemand met NAH meer risico op dementie? Als iemand met NAH dementeert, is dit dan anders? En stelt dit dan specifieke eisen aan de zorg? Deskundige hersenletsel Hans van Dam geeft uitleg.
"Met de statistieken in de hand kunnen we stellen dat dementie epidemische vormen heeft aangenomen", begint Hans. "Deels is dit een gevolg van het feit dat we steeds ouder worden, waardoor de kans op dementie toeneemt. Maar daar is het niet helemaal door te verklaren. Dus voor een deel weten we niet waarom dementie zo sterk toeneemt."
Vergroot NAH het risico op dementie? "Waarschijnlijk wel, bijvoorbeeld na een CVA (herseninfarct of hersenbloeding)", antwoordt Hans. "Maar je weet nooit zeker of er zich al dementie ontwikkelde op het moment dat het CVA zich voordeed. Dus betrouwbare gegevens over het verband tussen CVA en dementie zijn er niet. Bij andere hersenziekten kan er wel een verband zijn. Zo hebben bijvoorbeeld veel mensen met de zieke van Parkinson een fors verhoogde kans op dementie. Dat is dan meestal Lewy Body dementie."
Feit is wel dat bij mensen met NAH dementie de achteruitgang sneller kan gaan. "Beschadigde hersenen hebben minder reservecapaciteit. Daardoor kunnen deze hersenen de aftakeling minder goed opvangen en compenseren. Met als gevolg dat mensen met NAH sneller achteruit kunnen gaan bij dementie." Lees het volledige artikel op de website van Zozijn.