Halverwege maart 2018 plaatste Cornelie een hartenkreet op Facebook.
Over Albert (niet zijn echte naam), ook bipolair, die daarnaast sinds een auto-ongeluk lijdt aan hersenletsel.
De duivel schijt op een grote hoop, zeggen ze, maar het lot kan er ook wat van.
(gepubliceerd in het Parool op 17 maart 2018)
Mijn broer kocht in een manie een Harley plus garage. Ik acht dekbedden bij de Ikea. Da's het verschil."
Ik ontmoette Cornelie vorig jaar op het Depressiegala. Juriste, moeder, geslaagde vrouw.
Maar ook een beetje druk. Cornelie is wel vaker druk.
Dan zit ze boven de lijn, om er na de dip in te schieten, zoals vaak bij een bipolaire stoornis.
Cornelie is veel van alles.
Maar haar broer is net wat meer.
Half maart 2018 plaatste Cornelie een hartenkreet op Facebook.
Over Albert (niet zijn echte naam), ook bipolair, die daarnaast sinds een auto-ongeluk lijdt aan hersenletsel.
De duivel schijt op een grote hoop, zeggen ze, maar het lot kan er ook wat van.
Op de foto zie ik gelijkenis. Een regelmatig gezicht, goed haar, dezelfde bruine ogen. Maar niet dezelfde blik.
Vroeger was Albert cameraman. Nu bereist hij de wereld in zijn hoofd. Grote verhalen heeft hij. Zeilen in Sidney. Een trip naar Afrika.
Zijn gebutste kop is vergeten dat hij gedurende zijn depressies maandenlang alleen de wanden van de inrichting ziet.
Ooit reed hij 's nachts naar het AMC, parkeerde en liep terug naar zijn huis in Wassenaar. Blootsvoets over de snelweg.
Sinds november is hij manisch en weigert medicijnen. Hij dwaalt in badjas door de dorpsstraat, klampt vrouwen aan. "Ik wil met je trouwen!"
Geschrokken deinzen ze achteruit. Geschrokken deinst de maatschappij achteruit.
Gedwongen opname is lastig voor elkaar te krijgen, zegt Cornelie. "Wanneer ben je een gevaar? Ik ben zo bang dat hij in elkaar wordt geslagen als ie de verkeerde aanspreekt.
En hoezo mag hij nog autorijden? Hij beweegt als een dronkenman. Zien ze hem pas als hij iemand aanrijdt? Hoe ver moet het uit de hand lopen voor er wordt ingegrepen?"
Ze kreeg kritiek. Waarom gooit ze dit in de openbaarheid? Maar ze moet lawaai maken, anders hoort niemand haar.
"Mijn zoon had na een val een hersenschudding. Kennissen belden elk uur om te vragen hoe het ging. Maar over mijn broertje belt niemand."
Want de hersens van Albert zijn permanent geschud. En dat is net wat enger.
Voorzichtig vraag ik of ze bang is dat de ziekte het bij haar overneemt zoals bij Albert. "Niet echt," zegt ze aarzelend. "Maar ik hoop dat er dan mensen zijn die opstaan voor mij." Zoals zij deed voor hem.
Na haar noodkreet moet Albert zich elke dag melden bij de inrichting. Hij werd al eerder gedwongen medicijnen te nemen.
Twee verpleegkundigen gaven zijn pillen en controleerden met een wattenstaaf of hij ze doorslikte. Ik schrik als ik het hoor, maar Cornelie is blij dat er iets gebeurt.
Want waar ligt de lijn tussen denken te functioneren en weten dat het niet meer gaat?
"Mijn moeder is geknakt. Ze zegt: 'Ik had nooit kinderen moeten krijgen.'" Je ziet het vaker, ik herken het in mijn eigen familie.
Psychische problemen waaieren uit en bereiken tak na tak in een stamboom.
Een boom waarbij de ene arm net iets dikker is dan het kwetsbaarste twijgje.
Cornelie vouwt haar blaadjes om hem heen.
Roos Schlikker (1975) is journalist en schrijfster van boeken en toneelstukken. Elke zaterdag schrijft ze een column voor Het Parool.
r.schlikker@parool.nl