De fase na de revalidatie heet de chronische fase.
Iemand met niet aangeboren hersenletsel (NAH) kan een tijdlang stabiel zijn, maar op bepaalde momenten toch weer opnieuw behandeling nodig hebben.
Bijvoorbeeld: de zoon van iemand met NAH is ziek, de partner komt zonder werk te zitten of de ouder als mantelzorger valt weg.
Momenten waarop het dagelijks leven complexer wordt en nieuwe hulpvragen kunnen komen.
Onder meer via de huisarts. Die moet de hulpvraag dan wel in deze context kunnen plaatsen.
Onderzoek naar de effectiviteit behandelprogramma Hersenz.
Caroline van Heugten, hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Maastricht:
“We hebben onderzoek gedaan naar de effectiviteit van het behandelprogramma Hersenz.
Hersenz scoort positief op vrijwel alle onderzochte factoren.” Met betrekking tot zelfstandig functioneren was te zien dat cliënten verbetering ervaren op hun tevredenheid met participatie en hun zorgbehoeften namen af.
De participatie frequentie en de ervaren participatie restricties veranderden niet. Op het gebied van perspectief was een verbetering op de individuele doelen te zien. Naasten ervoeren minder zorglast. Met betrekking tot gedrag was er een afname in neuro-psychiatrische symptomen. Daarnaast lieten cliënten verbeteringen in hun fysiek functioneren zien en waren naasten meer tevreden met hun leven, in het bijzonder met de vrije tijd. Het zelfbeeld werd tijdens het verloop van de studie minder goed. De onderzoekers denken dat dat komt, omdat mensen zoveel bezig zijn met hun situatie tijdens zo’n onderzoek, dat hun zelfinzicht groter wordt en daarmee het zelfbeeld minder goed. Dat hoeft niet blijvend te zijn.
Liesbeth Josiassen