Parkinsonpatiënten die in de vroege fase van hun ziekte regelmatig thuis sporten hebben daar duidelijk baat bij. Dat blijkt uit een studie van het Radboudumc die gepubliceerd is in The Lancet Neurology.
De onderzoekers lieten een groep patiënten in hun eigen huis drie keer per week flink fietsen op een hometrainer. De controlegroep deed rek- en strekoefeningen. In totaal deden ruim honderd patiënten mee aan het onderzoek.
Alle deelnemers slikten medicatie. In de onderzoeksperiode van zes maanden bleven de parkinson-verschijnselen bij de patiënten in de fietsgroep constant, terwijl de patiënten in de controlegroep meer last kregen van hun ziekte. Het fietsen op de hometrainer bleek ervoor te zorgen dat de parkinson-symptomen significant minder toenamen dan bij de patiënten die rek- en strekoefeningen deden.
Beide groepen hadden een app die hen beloonde bij bepaalde prestaties. De hometrainers waren uitgerust met beeldscherm en software zodat de fietsers een berg op konden fietsen uit de Tour de France, een wedstrijd konden fietsen tegen virtuele tegenstanders of een eigen eerdere prestatie konden proberen te verbeteren. Ook konden ze bijvoorbeeld pacman spelen op de fiets waarbij ze door harder te fietsen meer monstertjes opslokten.
Motoriek
Het fietsen leidde niet alleen tot een significant mindere toename van ziektesymptomen, de patiënten uit de fietsgroep waren ook fitter dan de patiënten uit de controlegroep.
Hoogleraar Bas Bloem van het Radboudumc heeft leiding gegeven aan het onderzoek. "De controlegroep scoorde na de onderzoeksperiode ruim vier punten slechter op de schaal waarmee we de motoriek van parkinsonpatiënten meten", zegt Bloem.
"Het effect van fietsen is ongeveer gelijk aan de verbetering die we met verschillende medicijnen teweegbrengen. Nieuwe medicijnen worden als zinvol voor patiënten gezien als ze voor een verbetering van de motoriek met drie punten zorgen. Dat geeft aan hoe belangrijk het effect van het fietsen is dat we hebben gevonden."
Alex Hoogveldt is 53 jaar en heeft eind 2013 de diagnose parkinson gekregen. "Ik ben nogal nuchter van aard, dus ik heb me eerst gericht op acceptatie van mijn ziekte. Wat kan je nog, wat niet. Ik heb in hetzelfde jaar mijn moeder verloren aan botkanker, dat vond ik veel erger. Met parkinson kun je behoorlijk oud worden."
Na enige tijd was Hoogveldt wel gedwongen te stoppen met werken. "Het advies bij parkinson is bewegen, bewegen, bewegen. Dus zodra ik van dat fietsonderzoek hoorde, ben ik mee gaan doen. Door het gamen was de motivatie extra groot. Ik fietste thuis de Alpe d'Huez op terwijl mijn zwager dat in Frankrijk echt deed. Ik printte dan mijn tijd uit en stuurde hem die. Door dat soort dingen houd je het vol om zo vaak te fietsen." Tegenwoordig bokst Hoogveldt. "Dat vind ik nog leuker", zegt hij.
Om zekerheid te krijgen over het positieve effect van fietsen moet afgewacht worden of de verschillen tussen beide groepen blijven bestaan. "De patiënten uit de fietsgroep werden fitter en hadden minder symptomen. Ze gingen dus minder hard achteruit. Dat betekent dat ze minder een beroep doen op de gezondheidszorg. Minder pillen slikken, minder consulten in het ziekenhuis nodig hebben, maar ook dat ze minder last hebben van complicaties aan longen, hart en vaten. Veel parkinsonpatiënten overlijden uiteindelijk aan dergelijke complicaties."
Gaming
Dankzij de game-elementen hielden de patiënten het ook goed vol om een half jaar lang drie keer per week een half uur tot drie kwartier te fietsen. Bloem: "We weten dat bewegen en sporten goed is voor parkinsonpatiënten, maar heel vaak doen ze het niet. Dat komt ook doordat ze depressies hebben of enigszins apathisch zijn door hun ziekte. En hun slechte motoriek verhoogt de drempel ook. Door hen thuis te laten sporten en het leuk te maken met die game-elementen verlagen we die drempel. En dat werkt."