Al vele jaren wordt er in de voetbalwereld hevig gediscussieerd over mogelijke hersenschade die voetballers kunnen oplopen.
Die discussie is opnieuw opgelaaid nadat vorige week een 13-jarige amateurkeeper was overleden na een botsing met een speler.
Onderzoeken spreken elkaar tegen, wetenschappers staan tegenover elkaar.
Neuropsycholoog Erik Matser (55), die werkte bij profclubs Chelsea en Swansea, was de eerste die waarschuwde.
Bondsarts Edwin Goedhart (54) van de KNVB probeert de emoties juist te temperen die volgens hem de discussie vertroebelen. Twee stromingen aan het woord.
Erik Matser: ‘De voetbalwereld en de wetenschappelijke wereld zijn steeds verder uit elkaar gegroeid. Het voetbal is aartsconservatief, kijk maar hoe lang het heeft geduurd voordat de videoscheidsrechter er kwam.
De wetenschap ontwikkelt zich juist in snel tempo. We zien steeds beter hoe kwetsbaar de hersenen zijn voor impact. En hoeveel impact botsingen in het voetbal hebben, maar bijvoorbeeld ook het koppen van de bal.
Aan die conclusie heeft men in de voetbalwereld alleen geen behoefte.’
Edwin Goedhart: ‘Er zijn allerlei ontwikkelingen in het voetbal als het gaat om medische begeleiding. Bij de KNVB screenen we onze eigen selecties continu. We maken een nullijn door te kijken wat de reactietijd van een speler is, hoe het met zijn concentratie zit en hoe hij informatie verwerkt. Dat doen we zodat we ze goed kunnen begeleiden bij een eventuele hersenschudding.
Als we het gevoel hebben dat dat programma ook toepasbaar is voor de breedtesport, gaan we dat onmiddellijk doen.’
Matser: ‘Toen ik samen met mijn vrouw de film Concussion keek (over een dokter die wordt gedemoniseerd door American Football-bond NFL nadat hij ontdekt had dat spelers ernstig hersenletsel hadden overgehouden aan hun carrière, red.) zei mijn vrouw tegen mij: bij jou was het nog veel erger. De tegenwerking, mensen die je verguizen. Alleen omdat ik destijds wetenschappelijk had aangetoond dat voetballers soms levenslang last houden.’
Goedhart: ‘Ik begrijp de frustratie van Erik Matser wel. Hij heeft al heel vroeg gewaarschuwd voor de gevaren van hersenschuddingen. En het is ook zo dat de voetbalwereld het te langzaam heeft opgepikt.
Maar dat is nu echt anders. We steken niet meer de kop in het zand. Maar we willen ook geen angst introduceren die niet nodig is.’
Matser: ‘De hersenen veranderen door veel tikken tegen het hoofd. Het heeft effect op onze denkprestaties. Je kunt je slechter concentreren, je wordt trager en vergeetachtiger. Je merkt het vaak pas als je ouder wordt.
Het kan zelfs de voorbode zijn voor dementie.’
Goedhart: ‘Om ook amateurvoetballers te beschermen tegen de gevolgen van een hersenschudding hebben we in Zeist een hersenpoli geopend. We denken dat de meeste gezondheidswinst valt te halen door betere herkenning en begeleiding na hersenletsel. Bij 85 procent van de voetballers gaat het binnen tien dagen automatisch weer goed. De poli is er voor de 15 procent bij wie dat niet zo is. We proberen zoveel mogelijk permanente schade te voorkomen.’
Matser: ‘In mijn periode bij de Gezondheidsraad, zo’n 15 jaar geleden, ben ik intensief met de KNVB in gesprek geweest. Ik heb lezingen gegeven bij de medische commissie van de Fifa (wereldvoetbalbond, red.). Maar veel is er in de tussentijd niet veranderd.’
Goedhart: ‘Vanwege de berichten dat koppen hersenschade kan opleveren zijn we samen met de VU en het AMC een onderzoek begonnen naar eventuele schadelijke effecten van koppen in het jeugdvoetbal. We kijken eerst hoe vaak er wordt gekopt en op welke wijze. Vervolgens willen we de invloed op het brein onderzoeken. Als er risicovolle situaties blijken te zijn, gaan we die uit het spel halen.’
Matser: ‘Allerlei sporten zijn het voetbal de afgelopen jaren voorbij gerend. Kijk naar het skiën, wielrennen en de strafcorners bij het hockey. Overal worden nu helmen gedragen. Bij keepers kan dat niet alle schade voorkomen, maar wel een groot deel. De helm vangt de grootste klap gewoon op.’
Goedhart: ‘Vergelijkingen met andere sporten, waar ze helmen zijn gaan dragen, gaan vaak niet op. Bovendien kan een helm ook een tegengesteld effect hebben. Bij het American Football kwam er bijvoorbeeld spearing, waarbij spelers hun kop naar voren gooiden in de massa. Als het evident zou zijn dat keepers onder de 16 een verhoogd risico hebben op hersenschade, dan zou een helm verplichten wel een optie zijn. Maar dat is niet zo.’
Matser: ‘Ik denk dat je eerst met elkaar moet constateren dat er wel degelijk gevaren zijn voor voetballers. Er zou nu onderzocht moeten worden wat de risicofactoren precies zijn op het veld en hoe je die kunt wegnemen.
De voetbalwereld moet moeite gaan doen om kennis te vergaren. En ze moeten zich realiseren dat het hun verantwoordelijkheid is als straks blijkt dat er mensen rondlopen met hersenletsel terwijl dat te voorkomen was.’
Goedhart: ‘Er wordt, naast ons eigen onderzoek, veel meer onderzoek gedaan naar hersenletsel bij voetballers. In Amerika willen sommige onderzoeksgroepen niets liever dan bewijzen dat koppen schadelijk is.
Daar hebben ze het voor jeugdspelers verboden. Maar tot nu toe is er geen consensus over.’
Matser: ‘Ik ben gestopt met waarschuwen toen ik erachter kwam dat het paard waaraan ik trok niet meer ademde. Dat het helemaal geen zin had.
Wat ik zou willen is een open houding in de voetbalwereld om naar dit probleem te kijken.’
Goedhart: ‘Wij willen heel graag een open discussie voeren. Maar dan wel op basis van onderzoek, in plaats van de emotie van het moment. Ik kan me goed voorstellen dat er in de toekomst wel degelijk aanpassingen nodig zijn. Dit gaat ons allemaal aan het hart, we willen het echt goed doen.’